dinsdag 23 april 2013

20 868

Dat is mijn positie in de uitslagenlijst van de Ten Miles 2013.

Twintigduizendachthonderdachtenzestigste plaats.
Het duurt bijna net zolang om uit te spreken als dat ik erover gedaan heb hem uit te lopen. Als je nu, net als ik tot 6 minuten geleden, denkt 'hm, valt nog mee, van de 34 500 deelnemers', denk je, net als ik 7 minuten geleden, fout. Dit is het totaal aantal deelnemers van zowel de Ten Miles als de Marathon, de Ladies Run (hoe sexistisch kan je zijn, schande aan vrouwen die zich daar vol fierheid voor inschrijven) EN de Kids Run. Ik heb dus niet 13 632 lopers het nakijken gegeven, maar slechts een miezerige zeshonderdzestig (gaat al veel vlotter he). Om mezelf niet helemaal zielig te voelen maak ik er 1221 van, aangezien er van de 22 089 starters, 'amper' 21 528 gefinished zijn. En misschien maak ik er dan maar ineens 4550 van, aangezien er van de 25 418 ingeschrevenen, 3329 hun kat hebben gestuurd. (En die kat was dan waarschijnlijk ook nog een uur vroeger binnen dan ik) Ik voel me nu inderdaad al stukken beter!
Hoewel het natuurlijk ook een feit blijft dat er dan 20 867 lopers voor mij aangekomen zijn. Een hallucinant getal, maar verbazen doet het me niet. Gedurende de volledige 16(,2!) km ben ik voorbijgestoken door honderden en honderden sportieverelingen, waaronder een man van 83, één iemand op blote voeten en een volledig legerpeleton. Niet zo raar? Deze moedige, maar gestoorde (let's be honest), soldaten mochten pas als laatste starten, 45 minuten na de eersten, MET tientallen extra kilo's aan hun lijf EN in volledige legertenue. Geloof me, als zij je voorbij steken op 5 km van de finish, mag je gerust en terecht bij jezelf denken 'mene gij da nei?'.

Heb ik de Ten Miles uitgelopen?
Nee.
Heb ik het volledige parcours van de Ten Miles afgelegd?
Ja.
Heb ik mijn doel bereikt?
In een heel héééééééééél brede zin van het woord, antwoord ik ja.
Mag puntje 1. Ten Miles uitlopen, geschrapt worden van de 'Bucket List'?
Daar ik het momenteel nog niet zie gebeuren dat ik mezelf nogmaals ga onderwerpen aan dergelijke pijnlijke, eindeloze, zenuwslopende krachtmeting, schreeuw ik 'JA! GOOI DIE ROTZOOI VAN MIJN LIJST!'

Vanaf de treinrit naar Antwerpen heb ik mezelf lopen oppeppen, 'ge gaat da kunnen, nie nadenken, gewoon blijven lopen' of, zoals ik kon lezen op verscheidene t-shirts 'pain is temporary, pride is forever'! Een waarheid als een koe. Jammer genoeg ligt mijn pijngrens 2000m onder de zeespiegel.
Wachtende aan de startplaats werd ik blootgesteld aan de eerste tegenslag. Ik hoor het ons Frankske nog zeggen 'zondag rond de middag komen er meer wolkenvelden en gaan we de zon niet veel meer te zien krijgen'.
Welkom in Antwerpen, waar de zon, in haar volle glorie, aan de hemel prijkt en de wolkenvelden besloten hebben een dagske congé te pakken. Voor wie het gemist heeft: IK HAAT LOPEN IN DE ZON!
'Nee, Lieve, laat u niet kennen, kijk die trut recht in de ogen, met een verbeten glimlach op je gezicht en zeg 'phuh, is dat alles wat je kunt, biatch'. (en maak er dan ineens een 'talk to the hand, 'cause the face don't wonna hear it anymore' - gebaar bij)

De start.
Moloko galmt door mijn oren.
Kilometer 1 laat precies al vrij lang op zich wachten.
Kilometer 2 en 3 volgen vrij vlot.
Kilometer 4.
Ik heb mijn ritme gevonden.
De Kennedytunnel...WTF!
Dit is de hel. Naar beneden is een eitje (het zou maar erg zijn), ritme houden, niet te snel...nu naar boven. Nog naar boven. Nog. En nog. NOG??? Are you kidding me??? Dees is erover.
Fieuw, vlakte, op adem komen, al lopende onder het justitiepaleis door.
Kilometer 5.
Drankpost 1.
Hier gaat het mis. Ik maak de grootste fout die een loper maken kan. Ik STOP om te drinken. Ik, achterlijke kip, ben gestopt om te drinken, aangezien mijn lippen de droogte in de Savannah aan het imiteren waren en mijn hele lijf nood leek te hebben aan vocht. Maar nooit, echt NOOIT stoppen om te drinken.
Ik geraak niet meer op gang.
Lopen...wandelen...lopen....wandelen....lopen....
Kilometer 10.
De pijn in mijn heupen begint aan een opmars.
De muziek van mijn MP-3 irriteert me mateloos en wordt uit mijn oren gezwierd.
Oppeppende woorden van toeschouwers, die, al zittend op een strandstoel, niet willen dat je opgeeft, hebben een omgekeerd effect. In gedachten sleur ik ze van hun stoel, gooi mijn startnummer naar hen toe en roep 'RUN, FOREST, RUUUUUUUUUUUUN!'
Kilometer 12.
Mijn heupen doen zoveel pijn dat ik tranen in de ogen krijg. Maar het einde is in zicht. Ik vind ergens terug een (waggelend) ritme.
Kilometer 13.
De konijnenpijp.
Als de Kennedytunnel de hel was, heeft dit gewoon geen naam.
Aan al diegenen die me wijsmaakten dat dit 'vals plat' is, liegen is lelijk! Vals plat, als in, lichtjes hellend, is een heel ander gegeven dan in een graad van 45 omhoog.
Mijn lieve God, dit is afzien.
Buitenlucht.
Affiche 'Er is licht aan het einde van de tunnel'.
Nog 500m....400.....300....200...150................FINISH!
En niemand, maar dan ook niemand om te knuffelen, om tegen te vloeken, om me een vestje te geven nu mijn  druipend zweet wel heel koud begint aan te voelen.
Een flesje Aquarius...een medaille...Ik ben er geraakt! :-)

Maar de teleurstelling was, en is, groot. Aan de telefoon met Nele, waar ik mijn teleurstelling erg duidelijk liet blijken, wilde ze me troosten met de woorden 'Ma Lieveke, ge hebt het tenminste nie opgegeven', ik kon alleen maar antwoorden: 'Ma Nele, ik heb het zo vaak willen opgeven, maar ik wist nie hoe, waar moest ik dan hene? Ik had gewoon geen keuze, ik moest wel naar de finish!' Thuisgekomen de zo nodige knuffel gekregen van de miekes en het ex-ventje, effe goed geblet en gesnotterd en gejammerd. Ik had meer van mezelf verwacht.

Ten Miles.

Never again.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten